~ Gladneuzen ~
 
De Chiroptera

Bouw van de vleermuis

Geschiedenis van de vleermuis

Onderverdeling

Vliegen en jagen

Een jaar in het leven van de vleermuis

Bedreigingen

Fabeltjes & bijgeloof

Graaf Dracula

Soorten vleermuizen

Problemen met vleermuizen

Vleermuizenlinks

De Franjestaart (Myotis nattereri)

Afmetingen:
- kop-romp: 4,2-5 cm
- staart: 3,8-4,7 cm
- spanwijdte: 24,5-28 cm
- gewicht: 5-12 gr
- maximumleeftijd: 17 jaar en 5 maanden

De Franjestaart is een middelgrote vleermuis met een relatief lange, vleeskleurige snuit en een soort snor van lange haren. De rug is lichtgrijs à lichtbruin, duidelijk afstekend tegen de licht witgrijze buik. De vrije rand van de staartvlieghuid is rimpelig met aan weerszijden een rij dichte, stevige, naar onderen gekromde haartjes, "franjes".
Ze leven in vrijwel heel Europa en wordt in België en Nederland voornamelijk in winterverblijven gevonden.

Biotoop: de Franjestaart woont vooral in bossen, parken met water en moerassige delen, maar ook in de bebouwing. De zomerverblijven kunnen zowel in boomholtes en vleermuiskasten in bossen als in spleten in gebouwen en spouwmuren. In gebouwen bewonen ze wel zolders, maar je zal ze niet in de nok ervan vinden. Alleen levende dieren wonen ook wel eens onder bruggen en achter vensterluiken. In de winter trekken ze zich terug in groeven, grotten, bunkers, forten en (ijs)kelders waar de temperatuur varieert van 2,5 tot 8 °C. Meestal zitten ze in spleten gedrukt, soms liggen ze er ook in op hun rug. Je kan ze ook vinden tussen bodempuin en vrij hangend aan plafonds en muren. Soms vertoeven ze ook in groepjes en dan vaak gemengd met Watervleermuizen. In september/oktober trekken ze massaal naar de winterverblijven en midden november beginnen ze hun winterslaap die duurt tot eind maart/begin april.

Ook de Franjestaart-vrouwtjes zijn al in hun eerste levensjaar geslachtsrijp. In oktober/november begint de paartijd en in april/mei bezetten ze de kraamkamers, met zo'n 20 tot 80 (soms zelfs tot 200) vrouwtjes en soms ook enkele mannetjes. Midden juni tot begin juli worden de jongen geboren en als ze vier weken oud zijn, kunnen ze vliegen. Er wordt regelmatig van kraamkamer gewisseld, soms tot 1 à 2 maal per week.

Ongeveer een halfuur of later na zonsondergang vliegen ze uit om in bossen of boven water te jagen op spinnen en tweevleugeligen, waaronder overdag actieve vliegen, vlinders en kevers.