~ Gladneuzen ~
 
De Chiroptera

Bouw van de vleermuis

Geschiedenis van de vleermuis

Onderverdeling

Vliegen en jagen

Een jaar in het leven van de vleermuis

Bedreigingen

Fabeltjes & bijgeloof

Graaf Dracula

Soorten vleermuizen

Problemen met vleermuizen

Vleermuizenlinks

De Baardvleermuis (Myotis mystacinus)
Op de foto een jonge Baardvleermuis

Afmetingen:
- kop-romp: 3,5-4,8 cm
- staart: 3-4,3 cm
- spanwijdte: 19-22,5 cm
- gewicht: 4-8 gr
- geboortegewicht: 2 gr
- maximumleeftijd: 23 jaar
- gemiddelde leeftijd: 3,5 jaar

Deze vleermuizen hebben zwartbruine oren, vlieghuid en neus. Hun vacht is lang en ietwat kroezig. De kleur van de rug varieert sterk en gaat van donker notenbruin tot donker grijsbruin en zelfs lichtbruin. Over het algemeen zijn ze donkerder dan de Brandt's vleermuis. De Baardvleermuis is de meest levendige Myotis-soort.
Ze komen in heel Europa voor, in het noorden ongeveer tot de 65e breedtegraad. In België en Nederland worden ze vooral in winterverblijven waargenomen.

Biotoop: de Baardvleermuis is niet zo sterk aan bos en water gebonden als de Brandt's vleermuis, en verkiest parken, tuinen en dorpen. Het is dan ook eerder een gebouwbewonende dan een bosbewonende soort. De zomerverblijven bevinden zich meestal in gebouwen, in nauwe van buitenaf toegankelijke spleten, tussen balken en in spouwmuren, achter vensterluiken en soms in vogel- of vleermuiskasten.
Baardvleermuizen overwinteren in grotten, groeven, forten, bunkers en kelders waar de temperatuur 2 à 8 °C is. Meestal hangen ze aan muren en plafonds en winterverblijven met meer dan 100 dieren zijn erg zeldzaam en vaak zijn de mannetjes in de meerderheid. Ze slapen van oktober tot maart.

Al in het eerste levensjaar kunnen vrouwtjes aan de paring deelnemen. De paring begint in de herfst en duurt tot het voorjaar (dus ook tijdens de winterslaapperiode). Ongeveer vanaf mei trekken ze zich terug in de kraamkamers, met zo'n 20 à 70 vrouwtjes. De mannetjes leven alleen in deze periode. Soms delen ze kraamkamers met Gewone dwergvleermuizen. Vanaf half juni worden de jongen geboren en eind augustus verlaten ze de kraamkamers.

Ze gaan in de vroege schemering op jacht, ongeveer een kwartier tot een half uur na zonsondergang. Tot hun jachtgebied horen parken, tuinen, beken, maar ook weiden en bossen. Ze vliegen op een hoogte van ongeveer 1,5 tot 6 meter. Ze jagen in het voorjaar en in de herfst af en toe ook overdag. Deze vleermuizen eten heel veelzijdig, zoals tweevleugeligen en dan vooral langpootmuggen, dansmuggen en vliegen, voor de rest ook vlinders en spinnen.