~ Soorten in Europa ~
 
De Chiroptera

Bouw van de vleermuis

Geschiedenis van de vleermuis

Onderverdeling

Vliegen en jagen

Een jaar in het leven van de vleermuis

Bedreigingen

Fabeltjes & bijgeloof

Graaf Dracula

Soorten vleermuizen

Problemen met vleermuizen

Vleermuizenlinks


In deze sectie vatten we enkele kenmerken samen van Europese vleermuizen, die tot de Microchiroptera behoren.
We beginnen met de familie van de Hoefijzerneuzen, daarna gaan we verder met de familie van de Gladneuzen.

Er wordt nog gewerkt aan een gedeelte over andere soorten, van over de hele wereld (waaronder de "gevreesde" vampiers).


Familie Hoefijzerneuzen (Rhinolophidae)

Algemene kenmerken:

Hun neus wordt omringd door bladvormige aanhangsels, die zorgen voor de hoefijzerachtige vorm van de neus.
Hun oren hebben een brede basis en zijn spits toelopend naar boven toe. Ze kunnen onafhankelijk van elkaar bewogen worden. Ze hebben kleine ogen, die nog kleiner lijken door de grootte van het hoefijzer. Hun staart is vrij kort en volledig opgenomen in de staartvlieghuid en lijkt zo één geheel te vormen met de vleugels. Zoals eerder ook al gezegd, zenden ze hun echolocatiesignalen uit langs de neus (= het doel van de hoefijzervorm).

Tot de hoefijzerneuzen behoren ongeveer 70 soorten, waarvan er 5 in Europa voorkomen:
de Grote hoefijzerneus
de Kleine hoefijzerneus
de Paarse hoefijzerneus
de Blasius' hoefijzerneus
de Mehely's hoefijzerneus


Familie Gladneuzen (Vespertilionidae)

Algemene kenmerken:

Zoals ook hier de benaming het zegt, hebben ze een gladde snuit (dus geen neusuitsteeksels zoals de hoefijzerneuzen) en ze hebben meestal kleine ogen. Hun staart is volledig of tot de laatste 2 staartwervels in de staartvlieghuid opgenomen, in rust wordt deze naar de buik omgevouwen. In tegenstelling tot de hoefijzerneuzen zenden ze dus hun echolocatiesignalen uit via de mond. Enkel de grootoorvleermuizen kunnen ook signalen door hun neus uitzenden.
Zoals hieronder te zien is, zijn er veel meer gladneuzen dan hoefijzerneuzen. We bespreken ze één voor één, genus per genus: Myotis, Nyctalus, Eptesicus, Vespertilio, Pipistrellus, Plecotus, Barbastella, Miniopterus, Tadarida.

De familie van de gladneuzen bestaat uit 35 genera met 318 soorten, waarvan er 26 in Europa voorkomen:

Het genus Myotis (84 soorten, 10 in Europa)
de Watervleermuis
de Capaccini's vleermuis
de Meervleermuis
de Brandt's vleermuis
de Baardvleermuis
de Ingekorven vleermuis (Wimpervleermuis)
de Franjestaart
de Bechstein's vleermuis (Langoorvleermuis)
de Vale vleermuis
de Kleine vale vleermuis

Het genus Nyctalus (6 soorten, 3 in Europa)
de Rosse vleermuis
de Bosvleermuis
de Grote rosse vleermuis

Het genus Eptesicus (32 soorten, 3 in Europa)
de Laatvlieger
de Noordse vleermuis
de Botta's vleermuis

Het genus Vespertilio (2 soorten, 1 in Europa)
de Tweekleurige vleermuis

Het genus Pipistrellus (50 soorten, 5 in Europa)
de Gewone dwergvleermuis
de Kleine dwergvleermuis
de Nathusius' dwergvleermuis (Ruige dwergvleermuis)
de Kuhl's dwergvleermuis
de Savi's dwergvleermuis

Het genus Plecotus (7 soorten, 2 in Europa)
de Gewone grootoorvleermuis
de Grijze grootoorvleermuis

Het genus Barbastella (2 soorten, 1 in Europa)
de Mopsvleermuis (Dwarsoorvleermuis)

Het genus Miniopterus (10 soorten, 1 in Europa)
de Schreiber's vleermuis (Langvleugelvleermuis)

Het genus Tadarida (behoort tot de familie Bulvleermuizen) (8 soorten, 1 in Europa)
de Europese bulvleermuis