~ Gladneuzen ~
 
De Chiroptera

Bouw van de vleermuis

Geschiedenis van de vleermuis

Onderverdeling

Vliegen en jagen

Een jaar in het leven van de vleermuis

Bedreigingen

Fabeltjes & bijgeloof

Graaf Dracula

Soorten vleermuizen

Problemen met vleermuizen

Vleermuizenlinks

De Bosvleermuis (Nyctalus leisleri)

Afmetingen:
- kop-romp: 4,8-6,8 cm
- staart: 3,5-4,5 cm
- spanwijdte: 26-32 cm
- gewicht: 13-20 gr
- maximumleeftijd: 9 jaar


Deze middelgrote vleermuis vertoont gelijkenissen met de Rosse vleermuis, maar de snuit is wat spitser. Op de rug staan roodbruine haren, die over het algemeen iets donkerder en minder glanzend zijn dan die van de Rosse vleermuis. Hun buik is geelbruin en hun gezicht, vlieghuid en oren zijn zwartbruin.
Ook de Bosvleermuis vind je in heel Europa maar nergens echt algemeen, met uitzondering van Ierland. Ze komen in België en Nederland waarschijnlijk meer voor dan dat we ze vinden, maar ze zijn toch vrij zeldzaam.

Biotoop: zoals de naam al verklapt, is de Bosvleermuis ook een bosbewoner. Ze maken hun zomerverblijfplaatsen in boomholtes en vleermuiskasten en delen deze soms met Rosse vleermuizen. In Ierland vind je ze voornamelijk in gebouwen. Vaak delen ze hun verblijfplaats met Bechstein's vleermuizen, Watervleermuizen, en Gewone dwergvleermuizen. 's Winters zijn ze te vinden in boomholten en ook wel in spleten en spouwen van gebouwen. Ze overwinteren in grote groepen, maar soms ook alleen. Ze houden hun winterslaap van eind september tot begin april.

Waarschijnlijk zijn de vrouwtjes in het eerste levensjaar al geslachtsrijp. De paartijd duurt van eind juli tot september. De mannetjes hebben paarkwartieren en vormen paargroepjes met tot 9 vrouwtjes. De kraamkamers bevinden zich in boomholtes of gebouwen. Boomholtes worden bezet door zo'n 20 à 50 vrouwtjes, gebouwen door 800 tot 1000 (in Ierland). Vanaf half juni worden de jongen geboren, gewoonlijk zijn het er 1 à 2.

Het jachtpatroon van de Bosvleermuis gelijkt erg op dat van de Rosse vleermuis. Ze vliegen 10 tot 40 minuten na zonsondergang uit. Soms jagen ze boven boomkruinen en boven water, maar ook op open plekken in bossen en in dorpen. Ze eten hun buikje rond aan vlinders en tweevleugeligen, zoals langpootmuggen, dansmuggen en kokerjuffers.