![]() |
|
---|---|
De Chiroptera Een jaar in het leven van de vleermuis
|
De Grote Hoefijzerneus (Rhinolophus ferrumequinum)
Afmetingen:
Biotoop: warme gebieden met bomen, zowel stilstaand als stromend water. Ook in bebouwing. In het noorden staan ze eerder gekend als een gebouwbewonende soort, in het zuiden als een grotbewonende soort. Vanaf hun 3e of 4e levensjaar zijn de vrouwtjes geslachtsrijp, mannetjes ten vroegste op het einde van hun 2e levensjaar. De paartijd begint in de herfst en duurt tot de lente. Mannetjes hebben vaste paarplaatsen, waar ze door de vrouwtjes opgezocht worden. Vanaf april bezetten de vrouwtjes de kraamkolonies. De jongen worden geboren tussen eind juni en eind juli. Als het ongeveer 7 dagen oud is, opent het jong zijn oogjes en vanaf 4 weken begint het te vliegen. Met 7 à 8 weken (midden augustus) zijn ze zelfstandig.
Ongeveer een half uur na zonsondergang vliegen ze uit en meestal vliegen ze vrij laag (0,3-6 m). Ze jagen in gebieden met open boombestanden, over hellingen, langs rotswanden en ook in tuinen. Hun jachtgebied is een halve tot 5 km van de verblijfplaats verwijderd en ze volgen vaste vliegroutes. |