~ Gladneuzen ~
 
De Chiroptera

Bouw van de vleermuis

Geschiedenis van de vleermuis

Onderverdeling

Vliegen en jagen

Een jaar in het leven van de vleermuis

Bedreigingen

Fabeltjes & bijgeloof

Graaf Dracula

Soorten vleermuizen

Problemen met vleermuizen

Vleermuizenlinks

De Kleine dwergvleermuis (Pipistrellus pygmaeus)


De Kleine dwergvleermuis is de kleinste Europese vleermuis. Deze soort is nog niet zo lang geleden pas met zekerheid bekend geworden. Over deze soort ontbreken er jammer genoeg nog veel gegevens. Ze hebben een redelijk korte snuit en de oren zijn opvallend kort. De haren op hun rug hebben een olijfbruine tot kaneelkleurige tint en hun buik is geelgrijs tot -bruin. Ze hebben een rozige snuit en grijze tot donkerbruine oren en vlieghuid. Wat verder nog opvalt, is dat deze beestjes een onaangename geur hebben.
Waarschijnlijk komt de Kleine dwergvleermuis op dezelfde plaatsen voor als de Gewone dwergvleermuis. Ze wordt in toenemende mate waargenomen, ook in België.

Biotoop: de Kleine dwergvleermuis heeft een voorkeur voor waterrijke gebieden. Je vindt ze dan ook in bossen rondom rivieren en in de omgeving van meren. Ze worden zowel in gebouwen als in holle bomen aangetroffen, ook in vogel- en vleermuiskasten. Ze overwinteren in gebouwen maar ook wel in holle bomen.

Ook de kraamkolonies van Kleine dwergvleermuizen worden zowel in gebouwen als in holle bomen gevonden. Het aantal vrouwtjes erin varieert van enkele tientallen tot enkele honderden, soms zijn ze zelfs met meer dan 600. Vanaf eind augustus tot in september nemen de mannetjes hun intrek in hun paarverblijven. Daar vormen ze dan paargezelschappen met één tot vijf vrouwtjes, soms ook meer.

Over de manier van jagen is nog weinig gekend. We weten wel dat ze, net als de Gewone dwergvleermuizen, enkel vliegende insecten eten en overwegend muggen, afgewisseld met enkele kokerjuffers.