|
|
---|---|
De Chiroptera Een jaar in het leven van de vleermuis
|
De Schreiber's vleermuis (Langvleugelvleermuis) (Miniopterus schreibersii)
Afmetingen:
Biotoop: de Scheiber's vleermuis is een rasechte grotbewoner, zowel in laagland als in een gebergte. 's Zomers vertoeven ze in grotten en, in het noorden van hun verspreidingsgebied, af en toe in grote zolders. 's Winters prefereren ze grotten en een temperatuur tussen 7 en 12 °C. Gewoonlijk hangen ze vrij aan muren of plafonds, soms in groep. Ze houden hun winterslaap van november tot eind maart. Vanaf hun 2e levensjaar zijn de vrouwtjes geslachtsrijp. Schreiber's vleermuizen paren in de herfst en in tegenstelling tot de andere Europese soorten vindt de bevruchting onmiddellijk na de paring plaats. Maar de embryonale ontwikkeling stopt tijdens de winterslaap en hervat pas in het voorjaar. Daardoor bedraagt de draagtijd 8 tot 9 maanden. De kraamkolonies bestaan vaak uit meer dan 1000 vrouwtjes. Je vindt er ook vaak mannetjes. Eind juni/begin juli worden de jongen geboren. Deze zijn vliegvlug met 37 à 41 dagen. Schreiber's vleermuizen vliegen kort na zonsondergang uit. Ze vliegen aan zo'n 50 à 55 km/u en zijn daarmee de snelste vliegers onder de Europese soorten. Ze jagen op 10 tot 20 meter hoogte, in open landschap en vaak ver van hun verblijfplaats. Waarschijnlijk leven ze hoofdzakelijk van vliegende insecten, zoals vlinders, kevers en tweevleugeligen. |